top of page
INOVERTED

Dagboek 'Naamloos1' is een boek voor de innerlijke geest (Geselecteerde passages)




Ik begrijp nog niet alles. Maar ik begin me te realiseren welke gevolgen mijn geklungel hebben gehad. Van wat ik niet gezien heb kan ik me een voorstelling maken. En ondertussen plak ik de vertroebelde herinneringen aan elkaar. Om de verbanden te vinden van het verleden, het heden en te bedenken hoe de toekomst zou kunnen zijn. Mijn eigen alledaagse werkelijkheid is niet meer dan een beperkte visie op het geheel aan gebeurtenissen die het leven van ons allemaal bepalen. En op dit moment gebeurt er heel erg veel. Zo veel dat we de wereld om ons heen bijna niet meer kunnen bevatten.

Er moet geschreven worden. Of getikt. Zodat zinnen niet als vanzelf geconstrueerd worden. Gebaseerd op gedachten en voorkeuren die misschien niet helemaal de onze meer zijn. Omdat je zus dacht of zo deed. Omdat je speelde of acteerde. Of omdat je niet was ingelogd. Door te schrijven kun je overdenken wat je wilt zeggen en er de juiste woorden voor vinden. Daar is tijd voor nodig. En ruimte om te corrigeren. Zodat niet alles blijft hangen in het luchtledige.

Het was me niet helemaal duidelijk waar de man die dit verkondigde vandaan kwam, maar zijn mening zal hoe dan ook niet helemaal onpartijdig zijn. Misschien kwam de man uit Frankrijk en had hij in eerdere tweets gelezen dat hij niet zo van wijn houdt. Hij had ook een ingewikkeld gesprek gehad met een Poolse man, die ook 37 was. Ik vond hem meteen heel erg sympathiek en hij voelde een zekere aantrekkingskracht met hem, ondanks het feit dat hij me steeds de mond snoerde en luidkeels bleef brabbelen in wat abstracte Engelse zinnen die er tegelijkertijd in slaagden om de boodschappen over te brengen. Briljant! Omdat links van hem ook nog een Belg zat die ook van alles kwijt moest, en eveneens nogal hard praatte, werd het een rumoerige dialoog waarin hij zelf helemaal niets meer in te brengen had, en eigenlijk ook niet zo veel kon verstaan.

Om terug te komen op het gesprek, het zette me aan het denken over de vraag of het dan wel veroorloofd is om stimulerende middelen te gebruiken in de openbare ruimte, wanneer ook de gebruiker van stimulerende middelen deel neemt aan dat gemeenschappelijke bewustzijn. Als hij, of zij, voornamelijk aan seks kan denken zal zijn of haar inbreng in het debat waarschijnlijk niet bijzonder veel toevoegen, sterker nog, het zou de conclusies op een onnodige manier beïnvloeden. Mogelijk vinden mensen zelfs, dat het niet veroorloofd is om in zo'n situatie een glas wijn te drinken, omdat alcohol ook van invloed is op de geestelijke vermogens. Dat zou dan in ieder geval het einde van zinvolle kroegpraat inhouden. Later zou anders ook zo lijken te zijn.

Ik zie steeds weer andere artsen en psychiaters, waardoor ik steeds helemaal opnieuw moet beginnen met mijn verhaal. En dan maak je niet bepaald een sterke indruk wanneer je haspelend en nog bijna in een coma van de haldol iets moet vertellen over lichtjes en privacy-schendingen en veranderende manen en mannen en boeken en busjes en stemmen en vrachtwagentjes en ééntjes en tweetjes. Een psychose was het zeker niet. Maar jullie deden er ook allemaal aan mee. En ik zit hier? Ik zit op de afdeling met een Somaliër, een Kroaat, een Surinamer, een gekleurde jongen met een wat onbestemd uiterlijk, een zwarte vrouw en Ittmar dus, maar die is nu verhuisd naar de open afdeling.

Maar de bijbels die ik had geleend bij de bibliotheek in Amsterdam en ook degene die ik uiteindelijk had gekocht bij Scheltema aan het Rokin waren verwarrend. In plaats van 'En toen was er licht' werd geschreven 'En toen waren er lampen.' Een wel erg vrije en suggestieve vertaling. Ik besloot daarop die edities maar niet verder te lezen. Bovendien betrof het hier een deuterrocanonieke versie, en ik wist niet wat dat woord betekende, dus besloot ik maar om niet verder te lezen dan het verhaal over de toren van Babel. Bij thuiskomst die avond realiseerde ik me dat ik de bijbel vergeten was, en dat ik ook de oorspronkelijke editie van the New Yorker, naast de kopiën, bij Kees had laten liggen.

Sinds 2015 ontvang ik slechts 70 euro per week, een weekbudget, en zit ik in de schuldsanering, die opgelegd is door de overheid. Omdat ik 20 euro per week probeer te sparen heb ik de afgelopen jaren geleefd van 7 euro per dag. En dat is niet makkelijk. Armoede is aan je af te zien. Een miserabel bestaan is het, wetende dat ik niet zou kunnen werken of reizen en gevangen zat in armoede. Doordat ik mezelf niet meer adequaat kon verzorgen en rondliep in lompen werd ik door niemand serieus genomen. Door de medicatie was ik op mijn zevenendertigste verworden tot een vervelende, klagerige oude man die het liefst alleen was.

Er is een Engels woord voor leegstand, dat ook in het Nederlands gebruikt wordt, dat nu onvindbaar is op het internet. Opvallend want niet zo lang geleden was het woord voortdurend in de media. Dat woord is gentrificatie. Het woord is overigens de afgelopen jaren langzaam meer zeker van betekenis veranderd. Het betekende namelijk leegstand. Huizen die leeg staan omdat ze niet verkocht kunnen worden op de woningmarkt en dus van de markt gehaald worden om de markt te controleren.

Liana was een lieve vrouw. Ze zat op dezelfde afdeling Ze kwam uit voormalig Joegoslavië en ik schat dat ze ongeveer zestig jaar oud was. Ze was klein en gedrongen en liep met een bocheltje. Haar ogen hadden die wezenloze blik die je krijgt wanneer je hoge doses antipsychotica slikt, maar je kon zien dat zij een mooie vrouw was geweest. Ze was ook ooit gelukkig geweest. In Joegoslavië. Liana hoorde stemmen. Die stemmen hadden te maken met de oorlog. Daarover vertelde zij in de stemmengroep. Ze had een veelbewogen leven gehad. In haar woning werd ze lastig gevallen door haar buren, vertelde ze. Ze was in een ingewikkeld en voor haar verwarrend vangnet van zorg en steeds wisselende medicatie terecht gekomen en voelde zich alleen nog veilig binnen de kliniek.

Shit, ze renden nu op ons af en ze hadden stokken bij zich. We konden nu niks meer doen dus we bleven doodstil liggen. Omdat ik bovenop lag ving ik de klappen met de stok op. De man was in Grieks en gebrekkig Engels tegen ons aan het schreeuwen en keek woest uit zijn ogen terwijl hij met de stok tegen me aansloeg. We wisten niet hoe snel we onze spullen moesten pakken en weg moesten rennen. Dat was mama natuurlijk, dacht ik nog.

Ik liet haar het 'Meldingsformulier Dwamgbehandeling' zien. 'Omschrijving van de geestesstoornis die het gevaar veroorzaakt,' staat er op. 'Onvrijwillig opgenomen wegens psychotische decompensatie ihkv het paranoïde type. Hierbij een uitgebreid waanbeeld dat verschillende mensen camera's in hun ogen hebben om hem te bespioneren en dat er dingen verdwijnen uit zijn huis (niet gestolen). Heeft gezegd een vriend zijn ogen te willen uitsteken wegens deze camera's. Patiënt is ernstig zorgmijdend en weigert medicatie. Heeft meermalen aangifte gedaan bij de politie wegens verdwenen spullen, waarbij hij zeer geladen en verbaal agressief was op het bureau.'

Omdat er nog steeds afspraken staan met artsen ben ik nog een groot deel van de dag op de afdeling aanwezig. Het afgelopen pinksterweekeinde was een hel. Ik kon alleen maar voor me uitstaren en werd getergd door spanning en bewegingsdrang. Het gevoel om liever dood te willen zijn overheerste alles. Ik kreeg niks meer uit mijn handen en kon niet eens een gesprek voeren. Ook nu word ik nog steeds voortdurend overmand door somberheid. Eergisteren had ik een gesprek met mijn internist, dr. Verhagen. Ze vertelde me dat mijn hiv-medicatie een interactie heeft met de risperidal, waardoor deze laatste veel sterker werkt.

Wanneer ik een traject voor schuldsanering in ga, de WSNP, dan zal waarschijnlijk eerst de woning verkocht moeten worden, omdat er mogelijk een overwaarde op de woning zit. Het hangt voortdurend als een zwaard van Damocles boven mijn hoofd.

Natuurlijk zou ik willen dat ik het allemaal over kon doen. Ik zou er niet zo met mijn pet naar gegooid hebben, maar elke ervaring is op de één of andere manier ook een verrijking geweest van mijn leven. Ik ben me er van bewust dat de enige rijkdom die ik heb, of die ik ooit heb gehad, mijn vrienden zijn.

Wat ik niet wist is dat hij ook een grote dosis ghb had genomen. We zaten in de woonkamer, ik was slaperig, Hij was zichtbaar aan het genieten. Ik spoorde hem aan om nu toch echt op de fiets te stappen om naar de kliniek te gaan maar hij leek als in een andere wereld. Hij stond op en slaakte vreemde kreten ('Mijn hemel, mijn hemel'), en ging daarna in de leunstoel in mijn woonkamer zitten. Het leek er op dat hij sliep en ik ging ook in mijn bed liggen. Later zag ik dat hij lijkbleek was. Ik haalde wat sap en dwong hem om wat te drinken, maar ik kreeg het sap niet in zijn mond. Toen begon ik me zorgen te maken. Ik sloeg hem in zijn gezicht en hij werd nog steeds niet wakker.

Aan de andere kant van me aan de bar zat een Amerikaanse jonge man. Hij hamerde er op dat ik toch echt niks moest geloven van wat mij werd wijs gemaakt. Dat het allemaal onzin is en had verder een helder politiek betoog over Trump en over de afgelopen verkiezingen en over wat er speelt in de Verenigde Staten. Of er niks van waar is dat weet ik niet maar de informatie die ik lees door middel van kunstmatige intelligentie en gecodeerde taal zoals bijvoorbeeld op chatsites is convergent. Of is dat misschien geweest. Het is abstract en valt steeds weer in de herhaling. Ik heb zelf een betekenis gegeven aan stopwoordjes en letters. Zo is er 'no' en is er 'an' en is er 'bo,' die een leven op zich zijn gaan leiden.

In de Frederik Hendrikstraat woonde een aantrekkelijke jonge Marokkaanse man die ik twee keer heb ontmoet. Hij was bij me thuis en we gebruikten amfetamine en dronken en we deden het met elkaar. De volgende dag lag er een kaartje bij me op de deurmat waarin hij schreef dat hij hiv-positief was. Ik was op dat moment zelf nog negatief en we hadden geen condooms gebruikt. Ik belde hem en hij gebruikte ook geen medicatie. Diezelfde dag zou H., mijn vriendin uit Rusland, die de winters doorbracht in Andorra en daar tegenwoordig woont, bij me op bezoek komen. Ik haalde haar op op het station Amsterdam Centraal. Ze kwam met de trein vanuit Düsseldorf waar zij op dat moment verbleef. Natuurlijk maakte ik me zorgen.

Door al die codes die ik ontving ben ik maanden geleden nog in mentrum beland, ik wist niet meer of het A was of A, en of het B was of B, plotseling had alles twee betekenissen gekregen. Ik probeerde voorzichtig te vragen wanneer het weer 'aan' zou zijn. De toestand waarin alles volmaakt lijkt te zijn, waarin je allerlei verbindingen maakt binnen onderwerpen en teksten uit je eigen geheugen, of uit songteksten bijvoorbeeld, en datgene wat zich binnen een aantal mensen in je directe omgeving afspeelt. Je lijkt perfect op hen te zijn afgestemd en altijd het juiste antwoord klaar te hebben. In je hoofd heb je voortdurend binnenpretjes. Het is een magische, euforische ervaring. Je denkt dat je de wijsheid in pacht hebt. Maar jouw eigen geheugen, en alles wat je hebt gezien en gelezen is nogal beperkt. Zo briljant was jouw ingeving eigenlijk helemaal niet, maar je bent overtuigd van je eigen gelijk.

Gisterenavond was ik op de verjaardag van Jelle in zijn nieuwe appartement in de Boomstraat in de Jordaan. Zijn vrienden van zijn hockeyvereniging waren er, en twee Syrische jonge mannen, Yusef en Ahmed, vluchtelingen aan wie hij Nederlands doceert. Er was appeltaart en pizza. De Syrische mannen spraken goed Nederlands. Zij waren knap, welbespraakt en goedgekleed en kwamen links en rechts van mij te zitten. Eén van hen, Yusef, was gespierd en zag er uit als een fotomodel.

Ik heb me eerlijk gezegd woedend gevoeld toen ik vrouwen, transseksuelen, mash-ups en biseksuele mannen plotseling hun intrede zag doen in een scene die voorheen exclusief van homoseksuele mannen was en dat is niet zo tolerant. De vraag is hoe ver je gaat om je eigen persoonlijke vrijheden, guilty pleasure, kinderen of andere kwetsbare kostbaarheden te beschermen. Ik weet nog steeds niet hoe de situatie in Jemen is. Het verzwijgen van grote humanitaire rampen, epidemieën en oorlogen vanuit een eigen belang grenst aan fascisme.

Ik lijk er plotseling immuun voor geworden te zijn en dat maakt dat ik mijn motivatie ben verloren. Misschien is het de leeftijd. Het voelt alsof mijn hersenen gehackt zijn. Ik heb zo veel porno gezien dat het me niks meer doet. En naar porno kijken is op zichzelf als een kunstmatige ervaring van de beleving van seksualiteit. Het geeft me een verlamd gevoel wanneer ik er naar kijk op mijn laptop. Maar ik blijf verlangen naar het verlangen om te verlangen. Net als mijn gecastreerde kater waarschijnlijk.

Onderweg naar buiten zag ik op een poster de nieuwe slogan van de SOA-poli. 'But that could be anyone's dick!,' en ik dacht daaruit op te maken dat zij wel degelijk op de hoogte zijn van wat er speelt.

Naast de verkiezingen voor de gemeenteraad is er vandaag ook een referendum over het aftappen van gegevens door middel van technieken die informatie verzamelen door middel van draadloze netwerken. En daar kun je wakker van liggen. Letterlijk!

Ze spraken met elkaar in een voor mij onverstaanbare taal en ik begreep uit de kentekens van de auto’s en bussen die er stonden dat zij uit Oost-Europa kwamen. Onhandig vroeg ik aan een van hen een vuurtje. Ik was nog behoorlijk opgewonden en drentelde voorzichtig rond in hun omgeving. De situatie die zich afspeelde tegen de achtergrond van de uitgestrekte bouwwerkzaamheden met deels omheinde bouwputten en ronkende machines, leek in mijn ogen op dat moment in de stemming waarin ik mij bevond aan als de setting van een erotische film, waarin ik het gevoel kreeg dat er van alles zou kunnen gaan gebeuren en dat gevoel bracht een soort van spanning in mij teweeg waar ik, ondanks dat ik niet geslapen had, enorm veel energie van kreeg.

Eerder vandaag had ik een behandelplanbespreking met Dr. Won en Dr. Peuter, die psychiater schijnt te zijn. Ook Daniëlle van het ‘vip-team’ was aanwezig en zij vertelde tijdens de bespreking dat Joanne en Liesbeth hadden voorgesteld om antipsychotica maandelijks door middel van een depot, een prik in de bil, toe te dienen. Ik geloofde mijn oren bijna niet. Depots met psychofarmaca zijn gruwelijk en onethisch omdat psychofarmaca als olanzapine afschuwelijke bijwerkingen hebben en de psychiatrie in deze verwarrende tijden waarin de leugen regeert zelf in een waan lijkt te leven en in het geval van mijn behandelaars voortdurend met een dubbele tong de taal van de berekende bankier spreekt.

De afgelopen dagen, of eigenlijk al weken, maanden, jaren heb ik problemen met computers. Voortdurend moet ik opnieuw inloggen. Het wachtwoord dat ik dan net heb ingevoerd is dan meteen al niet meer geldig. De interface van Google klopt vaak niet en woorden worden verkeerd afgebroken. De computer die op de afdeling staat doet het ook niet. Dus heb ik net een laptop gekocht van een Surinaamse jongen die hier op de afdeling verblijft voor vijftig euro

Ik zag haar voor het eerst in de binnentuin toen ik onder de overkapping een sigaret aan het roken was. Ze was op dat moment aan het lezen op een Kindle en vertelde me dat ze werkte voor de ING bank. Ik vertelde haar over de verwarrende boeken die ik had gezien en het zeer beperkte aanbod van boeken in de bibliotheek van Amsterdam. Ze zou Russisch zijn maar spreekt Engels met een Brits accent. Ze vertelde me dat ze voor een bank werkt en dat ze suicidaal is geweest de laatste tijd. Ze maakt mooie tekeningen van bloemen, tulpen en grachtenpanden terwijl ik vrij woeste schetsen maakte van voetballers. Ik vroeg haar of ze het boek ‘Een korte geschiedenis van de tractor in de Oekraine’al had gelezen. Een hilarisch boek dat uiteindelijk handelt over de manier waarop een huwelijk geconsumeerd dient te worden. Zojuist zag ik Seminsky, de Belg die Oekrainer zegt te zijn, voorbij lopen op de gang, terwijl ik even in een van de stoeltjes zat die op de gang staan.

Ik wandelde het W hotel gebouw in, en nam meteen de lift naar boven, die naar de lounge op de bovenste verdieping leidt, waar ook een dakterras aan vast zit, van waar je een mooi uitzicht hebt op het Paleis op de Dam en de Nieuwezijds Voorburgwal. In de lounge was het niet erg druk, er waren alleen wat toeristen die er ook aan de mensenmassa probeerden te ontsnappen. Ik bestelde een jus d’orange en wilde het dakterras oplopen maar werd tegengehouden door een van de barmedewerkers die me vertelde dat ik niet met glas het dakterras op mocht. Hij schenkte het sap over in een plastic glas en ik liep naar buiten, naar het kleinere dakterras aan de kant van het paleis op de Dam. Ik keek even naar het feest beneden in de straten, een prachtig uitzicht maar het deed me eerlijk gezegd weinig op dat moment. Mooie momenten in het leven zijn er om te delen met anderen, en wanneer je alleen bent kun je van dit soort hoogtepunten nu eenmaal niet zo genieten.Ik liep weer terug naar binnen en wandelde het andere dakterras op, dat wat groter was. Meteen viel mijn oog op een aantrekkelijk man die in het midden van het terras in een rolstoel zat. Hij was er alleen en vertelde me dat hij er zat te wachten op een vriend die met hem door de stad zou gaan wandelen. Ik durfde niet te vragen waarom hij in een rolstoel zat, een vrij groot gevaarte, maar voelde me tot hem aangetrokken. Hij vertelde dat hij uit Rotterdam kwam en van Iraanse afkomst was. We hadden een aangenaam gesprek, onder meer over alle ingewikkelde veranderingen in de wereld die voor mij op dat moment een raadsel waren geworden in de bizarre stad die Amsterdam de afgelopen jaren was geworden.

De volgende ochtend werden wewakker. De half-lives knipperden inmiddels niet meer maar zagen er gezond uit. Terwijl ik nog aan het wakker worden was zag ik dat ze in paniek waren. Hun telefoon en hun portemonnee was verdwenen. Die nacht had ik de deur open gedaan omdat een andere man, die bij hun leek te horen had aangebeld. Ik had hem binnen gelaten maar was daarna meteen in slaap gevallen. Ik kan me van die derde man niks meer herinneren. Terwijl ik hen hielp met zoeken realiseerde ik dat ik ook mijn portemonnee met mijn identiteitskaart en bankpas verloren was.

Omdat het eten haar tegen staat, dat laatste eigenlijk al jaren, weegt ze bijna niets meer. Ze ligt vaak zachtjes te grienen. Ze heeft veel pijn en krijgt morfine en fentanyl waardoor ze slaapt of in een roes verkeert. Gelukkig heeft ze daardoor ook minder pijn. Ze ligt er nu al een maand zo bij. De verpleging heeft een projector naast haar bed geplaatst waarmee afbeeldingen van bloemen en landschappen op het plafond geprojecteerd worden terwijl er rustgevende pianomuziek speelt die uit hetzelfde apparaat komt. De deur staat half open of op een kier en af en toe loopt er vepleging naar binnen, of een van de dames die bij haar op de afdeling wonen, die soms spontaan beginnen te huilen. Sinds ik weer thuis ben van mijn opname in de kliniek heb ik haar twee keer bezocht. De eerste keer was dat samen met mijn broer, eigenlijk mijn halfbroer, haar andere zoon. Ik had het gevoel dat we afscheid namen en als dat het was geweest denk ik dat het, onder de omstandigheden, misschien wel een mooi afscheid was geweest.

In (electronische) muziek en films en andere uitzendingen is deze wat abstracte taal ook te horen en te zien. Taal en de manier van uitspreken er van kan ook je stemming en je gedrag beïnvloeden en werken als zijnde een soort programmeertaal. Ik heb zelf dit soort codes of woorden niet of nauwelijks gebruikt. Ik heb onderbroeken waar ziki op staat dat vond ik wel grappig. Dat zou zoiets betekenen als 'wat saai, ik geef mezelf kanker.' Op sommige dagen loop ik over straat en hoor ik iedereen om me heen praten en vang ik tijdens een wandeling een stortvloed aan gesprekken op.

Het lijkt er op dat de afgelopen jaren, sinds het instorten van de financiële wereld en de ontwikkeling van digitalisering en de de effecten die deze hebben gehad op het denken, doen en handelen van de mens hebben geleid tot een totale ineenstorting van beschaving en cultuur in Nederland, wat tot wonderbaarlijke excessen heeft geleid.

Er waren een aantal momenten waarop de muziek een heel klein beetje, een fractie, anders was dan de oorspronkelijke versie, waardoor de tekst inhoudelijk wat vager is een wat andere betekenis had gekregen. Ik had dynamische en reactionaire muziek wel eerder gehoord ntuurlijk, op spotify, of in de sportschool en ook wel op de radio en op de televisie of bij de Primark. Maar op een begrafenis? Er zijn echt geen wetten meer.

Dat er bijna geen hippe expats of wereldse elite meer is. Dat er geen of nauwelijks nog homo's zijn en dat er, in West, dat wil zeggen in het meer nabije West, het West van Westerpark en de Baarsjes en de Kinkerstraat bijvoorbeeld, ook geen negers en moslims meer zijn. Dat kunnen we nu inmiddels wel constateren. In Osdorp was het trouwens ook opvallend stil die keren dat ik er was. Dat er al heel lang geen goede films meer draaien of interessante voorstellingen zijn en dat het aantal gezellige kroegen dat nog een beetje in de buurt ligt op één hand te tellen is is ook al heel lang een feit. Het is gewoon heel erg verpauperd in Nederland en vooral in Amsterdam en ik heb van buitenlandse vrienden en kennissen en mensen die ik heb ontmoet vernomen dat het gewoon 'done' is met Nederland.

De totale zinloosheid van het bestaan en de allesoverheersende lamlendigheid die de malaise van de afgelopen jaren hebben veroorzaakt hebben me eenzaam en verveeld gemaakt. Het geloof dat ik had in media en het volgen van ontwikkelingen en achtergronden in de wereld en vooral ook de spanning die de opkomst van het internet met zich meebracht zijn totaal verdwenen en dat geeft me een gevoel van machteloosheid en totale onverschilligheid. Het contrast met het glamoureuze leven dat ik heb geleid is enorm. De chaos en wetteloosheid die heerst in de wereld en het gebrek aan informatie en boeken en muziek en film en cultuur maken de alledaagse werkelijkheid grijs en grauw. Ik ben kil en emotieloos geworden en breng mijn avonden alleen door in een donkere en troosteloze benedenwoning. Ik voel alleen iets als ik drink of drugs gebruik. Maar het loopt steeds uit de hand. Een keten van reacties van omstanders of vreemde weersomstandigheden zelfs, soms, dan weer niet, alsof het er iets mee te maken kan hebben. En nu ben ik dus 'die,' zegt 'door,'ik ben gestorven wellicht.

Recent Posts
Archive
bottom of page