MA and PA officially dead to those that remember, D at least tried to do either Peter or Cor, I let 7 get away with my guests asking to widen the group im this bond,in memoru pf tthrit legacy
![](https://static.wixstatic.com/media/66e00e_ce08b605846b4e4fb1be96268d31f1f3~mv2.png/v1/fill/w_980,h_757,al_c,q_90,usm_0.66_1.00_0.01,enc_auto/66e00e_ce08b605846b4e4fb1be96268d31f1f3~mv2.png)
Overlijden
Woensdag was de uitvaart. Het zou de derde keer zijn in een week tijd dat ik met de trein naar Roosendaal zou reizen. De dagen voorafgaand aan de begrafenis was ik veel bezig geweest met het schrijven van een korte toespraak of zo iets als een gedicht. De dood van ma kwam niet onverwacht. Ongeveer tien jaar geleden had ik al een paar zinnen op papier gezet omdat het er toen ook al op leek dat ze elk moment zou overlijden en eigenlijk veel eerder ook al. Het feit dat ik tijdens die dagen in mijn gedachten veel bezig was met het ophalen van herinneringen en gedachten aan haar maakte dat het voelde alsof ze er nog gewoon was. Misschien zelfs wat te veel. Ik zag er heel erg tegenop maar vond dat in elk geval iemand uit haar omgeving iets zou moeten voordragen tijdens de uitvaart. Ik lag een aantal nachten wakker omdat ik lag te malen zonder dat dat veel resultaat opleverde. Dat was mede vanwege het feit dat er dus nieuwe vaak abstracte begrippen en codes zijn ontstaan in de taal en er wordt gespeeld in de ordening en structuur van tekst, voor mij soms onbegrijpelijk, waardoor het er op lijkt dat er geen conventies meer zijn en ik wist niet helemaal wat nu de gepaste toon zou kunnen zijn. Zaterdagochtend was ik naar de bibliotheek gegaan om wat te lezen in gedichtenbundels om inspiratie op te doen maar het aanbod van boeken in de bibliotheek is op dit moment zo verschraald en de boeken die wel aanwezig zijn zijn meestal van onbekende auteurs en de inhoud van die boeken is in veel gevallen abstract en willekeurig. Eén van de verdiepingen was volledig leeg en op de andere verdiepingen hadden horeca en computers de ruimte grotendeels ingenomen. Ik kon geen geschikt gedicht vinden en begon aan een tekst over hoe positief ze in in het leven stond en hoe intelligent ze was en haar bijzondere gevoel voor humor en sarcasme was in een leven dat zo sober en eenvoudig was als dat van haar, over hoeveel liefde ze had gehad voor kinderen die maakte dat ze koste wat kost in leven wilde blijven. Ook beschreef ik hoe perfectionistisch en soms afwijzend van karakter ze kon zijn, over het oneindige lijden dat haar ziekte voor haar met zich meebracht, en over de vaak zo knellende band die er tussen ons was. Ik ken haar niet anders dan dat ze in een rolstoel zat, behalve misschien wat vage herinneringen tijdens de eerste jaren van mijn leven dat ze met krukken liep. Ze is rond die tijd gediagnosticeerd met de zenuwziekte MS, Multiple Sclerosis, een verstoring in de communicatie tussen de zenuwen en de hersenen die leidt tot spasmen en verlamming. Tijdens de afgelopen decennia heeft ze steeds weer meer lichaamsfuncties in moeten leveren en is haar lichaam steeds verder afgezwakt. Daarnaast waren er de bijkomende kwalen zoals blaasontstekingen en doorligwonden. In 2016 had ze een operatie ondergaan om haar blaas te verwijderen en sindsdien is ze niet meer dezelfde geweest. Ze was verward geraakt, of volgens de artsen gedementeerd geraakt en het was vaak niet mogelijk om een gesprek met haar te voeren. Op andere momenten sprak ze weer met veel van de versluierende en gecodeerde woorden die zo in de mode zijn geraakt, maar ze was ondanks dat toch vaak opvallend opgewekt. Sinds oktober vorig jaar lag ze in bed en is ze daar bijna niet meer uitgeweest. Ze sprak bijna niet meer en kon haar lichaam bijna niet meer bewegen. Het was erg moeilijk om haar zo te zien maar het was ook te laat om een duidelijk gesprek met haar te kunnen voeren over het moment waarop euthanasie wenselijk zou zijn. Voor Marco was het onderwerp al helemaal taboe. Ik probeerde het wel maar ze wilde het er niet over hebben en was duidelijk bang voor de dood. Soms leek ze in paniek en andere dagen was ze weer onafgebroken aan het huilen, maar die werden dan vreemd genoeg ook wel weer opgevolgd door momenten waarop ze plotseling toch weer in een opgewekte stemming was. Mijn broer is tot het laatste moment dagelijks bij haar geweest. De treinreis naar Roosendaal was vandaag een stuk minder saai deze keer omdat ik samen met een goede vriend reisde. Ik had met hem afgesproken op perron 1 om tien voor tien ongeveer. De laatste paar keren dat ik hem gezien had zag ik het leven niet meer zitten. We hadden het toen over de wetteloosheid gehad die heerst tegenwoordig en over de teloorgang van de media, zoals radio en televisie en film en kranten en boeken en tijdschriften en het internet en het feit dat 'de leugen regeert.' Ik had hem verteld over hoe murw en onverschillig dat me had gemaakt. Ontwikkelingen waar hij ook mee te maken heeft natuurlijk, maar hij leidt een ander leven en is niet zo vaak alleen. Deze vriend is mediawetenschapper en is gepromoveerd met een boek over de ontstaansgeschiedenis van het pamflet in Nederland. Ik heb zijn boek in de kast staan maar heb het nog niet gelezen. Dus waarom vraagt niemand ooit of ze een boek van me kunnen lenen, vraag ik me wel eens af. Al was het maar om 'in' te zijn, dat betekent tegenwoordig dat je op de hoogte bent. Deze ochtend in de trein was ik wat opgewekter, al is er nog veel om rouwig over te zijn. Ik had juist een aantal boeken kunnen kopen met een cadeaubon die ik had gekregen met kerst. In de trein babbelden we wat over mijn moeder en over de werkervaring die ik had opgedaan bij de Broodzaak en over series die we aan het kijken zijn op Netflix. Die zijn niet zo goed meer als ze waren, daar waren we het over eens, maar er zijn nog een aantal series die de moeite waard zijn. André haalde ons op op het station toen we daar rond de middag aankwamen. Het was een grauwe en regenachtige dag. We reden met de auto naar het crematorium. In de ruimte waar de open grafkist stond voor de wake was het al volgestroomd met familie.MIjn oom en tante uit Harderwijk waren er ook en mijn zus met de kinderen en mijn broers, een aantal ooms en tantes van mijn moeders kant en de wijkverpleegsters, die de afgelopen jaren haar dagelijkse steun en toeverlaat geworden waren. Mijn broer was geëmotioneerd en huilde. Er werd druk gebabbeld door de aanwezigen in de ruimte. Het lijk van mijn moeder leek op een pop. Ik wist niet hoe ik me moest gedragen en stond er versteend bij. Ik zou de rest van de dag versteend blijven.
17 juni 2018
Afgelopen weekend was ik voor één nacht in een hotel in de Bijlmer. Ik was in de metro gestapt nadat ik weer veel te veel, gebruikt had had en na urenlang hele saaie berichten te hebben verstuurd op datingsites zonder iemand kunnen vinden om mee af te spreken. Van de mensen die ik nog ken uit mijn verleden ben ik de laatste tijd steeds meer vervreemd en echte vriendschappen zijn verwaterd. Ik ben uiteindelijk maar naar buiten gegaan om te cruisen omdat ik vervelende geluiden en stemmen hoor van buren en voorbijgangers die me op sommige momenten aanhoudend blijven bekritiseren, wanneer ik ze bijvoorbeeld op de trap hoor lopen of buiten aan het praten zijn of aan de achterkant op een dakterras. Ik kwam terecht in de metro naar de Bijlmer omdat ik vorige week vanuit de trein had gezien dat daar heel veel nieuwe gebouwen stonden. Ik stapte uit in een gebied dat een beetje aandeed als een niemandsland. Het was er troosteloos en er waren grote industriehallen met onduidelijke bestemmingen. Het ging heel hard waaien. Dat was voorspeld. Het werd ook heel erg koud en vervolgens ging het ook nog regenen. Er waren enorme gebouwen met een onduidelijke betekenis en veel hekken en slagbomen en er waren opvallend veel hotels en er reden wat Uber-taxi’s. De regen werd zo heftig dat ik er bijna door werd meegesleurd. Wat een bizarre plek was dit, al verder wandelend kwam ik in een gebied terecht dat willekeurig ingericht leek te zijn en waar hier en daar gebouwd werd. Een oord dat dystopisch aandeed. Door de regen en de storm was ik op de een of andere manier een schoen verloren en ik kon bijna niet meer tegen de wind inlopen. Ik zag in het enorme gebied met allerlei onbestemde gebouwen en hallen slechts auto’s en twee mensen die met moeite probeerden in een taxi te stappen en een hotel binnen te gaan. Verder was het verlaten, maar het was dan ook zondag. Ik was eigenlijk naar buiten gegaan om te cruisen maar ik weet al jaren niet meer waar je dat doet. Het was heel erg koud geworden. Het was zo koud dat mijn handen steeds meer pijn deden en het voelde alsof ze er elk moment af zouden kunnen vallen of dat ik zou bevriezen. Ik moest wel ergens naar binnen. Ik deed dat bij een hotel dat Papillon heette en besloot om een overnachtiging te boeken omdat ik eerlijk gezegd hoopte dat het hier misschien wel zou lukken om eens een keer met iemand naar bed te gaan. Dat gedoe in darkrooms gaat ook vervelen. Ik vroeg de receptioniste of ik gasten mocht ontvangen op de kamer, en ze vond dat niet heel vreemd. Wan iedereen is tegenwoordig ‘ho.’ Ook al zo’n onderwerp dat taboe is. Maar dat is natuurlijk niet echt zo. Bovendien weet ik niet precies wat het woord ‘ho’ inhoudt. Ik hoor wel allerlei geruchten en ik zie wel eens wat op internet. In elk geval kan ik zelf al jaren niet meer iemand thuis ontvangen. Dat schijnt ook te zijn omdat de buren vinden dat dat niet mag, omdat ik ze dat wel eens hoor zeggen. Voordat ik op de metro gestapt was, geraakte ik op het centraal station nog in een aanhoudende verleidende en flirterige sfeer. Er liepen opvallend veel mooie mensen, vooral mannen. In de vestiging van Starbucks aan de Noordzijde van het station ging ik tegenover een aantrekkelijke man zitten en naast zijn vriendin. Ik raakte met haar aan de praat. Ze kwamen uit Spanje en vroegen me of ik nog tips had voor het bezoeken van bezienswaardigheden. Ondertussen keek ik af en toe naar de veel te knappe man. Hij gaf me energie. Ik wist niet hoe ik moest reageren. De vrouw leek tussen de regels door aan het onderhandelen te zijn om haar vriend te verhuren als escort, of als ‘ho’ dus. Ik was misschien iets te enthousiast. Hij zat in een erg uitdagende houding met zijn goedgevormde benen een beetje wijd uit elkaar in de stoel en had een krachtige, erotische en toch onschuldige uitstraling. Ondertussen praatte ik in gebrekkig Spaans met zijn vriendin.Was dit nu weer ‘play’ of een spel, en hoe moest ik nu reageren? Na een minuut of twintig liep het stel weg. Het was toch ook wel wat ongemakkelijk geworden. Aangekomen in het hotel in dit voor mij onbekende gebied in de Bijlmer raakte ik aan de praat met allerlei mensen die gezellig en aardig en spraakzaam waren op dat moment en ik raakte even in een aangenaam gesprek met drie jonge mannen uit India. Maar iedereen kwam weer, al dan niet zogenaamd, uit een ander land, wat ik altijd geweldig vond, maar wat me tijdens de dag die volgde ook wel een beetje de keel uit begon te hangen, omdat niemand werkelijk iets zegt. En het is toch ook wel zo dat ik zelf in vreemde situaties beland of door een bijzonder publiek wordt omringd wanneer ik wat gesnoven heb en dat in elk geval de inhoud die ik bekijk op internet ineens helemaal gepersonaliseerd is of reageert op wat ik doe en vrij sterke gevoelens teweeg kan brengen, doordat bijvoorbeeld tijdens het scannen van titels van filmpjes en teksten onheilspellende berichten staan ‘tally-ho’ of iets dergelijks of er wordt met woordcombinaties een suggestie van onheil gewekt of een gevoel van jaloezie omdat ik niet meer meedoe en ‘op’ ben of ‘over’ ben, of oud en lelijk ben, wat nog het minst belangrijk is natuurlijk. Of heeft het toch weer het einde betekend. De vragen over waar homo’s en negers en moslims zijn houden me natuurlijk wel bezig, maar op dit soort momenten, tijdens dat scannen op websites en apps, stuurt het mijn gevoel, op een positieve manier, of op een negatieve manier.
Comments